Wat doe je met de gegevens?

Informatie combineren en in samenhang interpreteren

Leesmonitoring is een cyclisch proces: je verzamelt gegevens van leerlingen, interpreteert die gegevens en stemt je leesonderwijs erop af. Op school ontwikkel je samen beleid voor het volgen van de leesontwikkeling. De leesontwikkeling krijg je het beste in beeld wanneer je alle verzamelde informatie hierover combineert en in samenhang interpreteert.

Zicht op de leesontwikkeling krijgen 

Elk aspect van de leesontwikkeling heeft eigen criteria die helpen om te bepalen waar leerlingen staan. Om de leesontwikkeling in kaart te brengen doe je namelijk uitspraken over bijvoorbeeld de leesvaardigheid, de woordenschat, de leesmotivatie en het leesgedrag. Aan al die onderdelen zijn weer criteria te verbinden. Bij leesmotivatie let je er bijvoorbeeld op of leerlingen interesse hebben in boeken en lezen. Bij het aspect woordenschat bekijk je of leerlingen strategieën hanteren om tussentijds hun begrip van de tekst bij te stellen als ze met moeilijke woorden of passages geconfronteerd worden, en bij leesvaardigheid of ze vanuit een bepaald leesdoel de tekst gaan lezen. De criteria voor de diverse onderdelen hangen samen en raken elkaar. Je moet dus zowel specifiek als breed kijken. Bovendien vraagt het ook inzicht van jou als leraar. Vanuit je ervaringskennis, die vaak impliciet is, vorm je je een beeld van de voortgang van de leerling. Betrek vooral ook die impliciete ervaringskennis bij uitspraken over de leesontwikkeling van de leerling.

Leraar leest voor uit een boek in de klas

In het voortgezet onderwijs heeft de leraar Nederlands vaak het meeste zicht op de leesontwikkeling. Maar bij andere vakken lezen leerlingen ook en daarom is het belangrijk om de bevindingen van collega’s van de andere vakken ook mee te nemen bij het in kaart brengen van de leesontwikkeling. Door samen te praten over de leesontwikkeling, ontwikkel je als schoolteam een gedeelde taal over de kwaliteit en het niveau dat je wilt zien bij je leerlingen.

Als je zaken signaleert in de leesontwikkeling van leerlingen, kan dat betekenen dat er leerlingen zijn die extra ondersteuning nodig hebben. Is extra ondersteuning niet voldoende, dan is nader onderzoek mogelijk gewenst, bijvoorbeeld een dyslexieonderzoek. Indien nodig kan er passende begeleiding worden ingezet, zodat de leesontwikkeling niet onnodig wordt belemmerd.

icon-tip
Meer weten over het in kaart brengen en beoordelen van complexe vaardigheden? Lees over verborgen leerkansen en heldere kwaliteitsverwachtingen in Feedback in de klas (Vanhoof & Speltincx, 2021).

Stem leesonderwijs en leesmonitoring op elkaar af

De informatie die je verzamelt over je leerlingen, biedt zicht op hun voortgang en legt ontwikkelpunten bloot. Zo kun je je leesonderwijs beter afstemmen op wat leerlingen nodig hebben. Dat kan aanleiding zijn tot het nemen van concrete stappen, bijvoorbeeld het verbeteren van het vloeiend lezen, het vergroten van de woordenschat of het aanreiken van passende boekentips.  

Vaker zal het om een combinatie van zaken gaan, omdat leesvaardigheid, leesmotivatie en leesgedrag samenhangen. Zo kunnen leerlingen met een beperkte woordenschat een hekel hebben aan boeken lezen. Je moet dan op meer fronten tegelijk werken. Hierbij helpen de ingrediënten voor effectief leesonderwijs: 

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte en ontvang de nieuwsbrief van lezeninhetvo.nl