Hoe toets je de literaire ontwikkeling?

Naast de vraag wat je precies wil toetsen om de literaire ontwikkeling inzichtelijk te maken, is het belangrijk de vraag te stellen hoe je dat wilt doen. Gedurende de gehele schoolloopbaan bepaal je als leraar steeds op welke manier je informatie verzamelt over het leren van de leerling: formatief of summatief.

Docent staat voor het krijtbord in een klaslokaal gevuld met leerlingen in witte labjassen.

Het leesdossier

Op veel scholen leggen leerlingen een leesdossier aan, waarin ze hun literaire ontwikkeling vastleggen. Dat leesdossier kan de gehele schoolloopbaan met de leerling meegaan. Het bevat allerlei verwerkingsopdrachten: van boekverslagen tot creatieve verwerkingsopdrachten tot reflecties op gelezen boeken. Een leesdossier is op te bouwen als een portfolio, waarin de leerling over de volle breedte de literaire ontwikkeling aantoont.

Scholen kunnen er ook voor kiezen het leesdossier vakoverstijgend in te zetten: ook het lezen van boeken bij de andere talen draagt immers bij aan de literaire ontwikkeling van de leerling. Leerlingen kunnen bijvoorbeeld opdrachten opnemen rondom kennisrijke, vakoverstijgende thema’s waarbij ze boeken hebben gelezen. Zo zijn er niet alleen met de talen, maar ook met de kunst- en zaakvakken verbindingen te maken.

In het dossier kunnen leerlingen ook opdrachten opnemen waarin andere taalvaardigheden expliciet gekoppeld worden aan het lezen van literatuur. Ze schrijven bijvoorbeeld een essay waarin ze reflecteren op twee boeken over een vergelijkbaar thema. Ze zetten daarbij ook kennis in over argumentatie en schriftconventies. Ook gespreksverslagen kunnen deel uitmaken van het dossier, evenals fysieke producten, zoals een boekendoos, vlog of toneelstuk.

Bij het maken van een leesdossier moet je waken voor een veelheid aan opdrachten. Dat werkt eerder demotiverend dan motiverend. Houd als leraar steeds de doelen voor ogen: krijg ik met de activiteiten die leerlingen uitvoeren een beter zicht op de voortgang van de literaire ontwikkeling en zie ik daarmee of leerlingen de gestelde literatuurdoelen behalen?

Literaire gesprekken en boekenclubs

Literaire gesprekken voeren vraagt om een lezersgerichte visie op boeken. Leerlingen vormen in samenspraak met de tekst hun eigen betekenissen en gaan daarover in groepjes of klassikaal in gesprek. Geef leerlingen daarbij de ruimte en het vertrouwen om over hun leeservaringen te spreken en zet je eigen literaire kennis op zo’n manier in dat leerlingen die van henzelf kunnen ontwikkelen. Je rol als leraar is daarbij meer coachend dan sturend: leerlingen moeten leren om zelf vragen te bedenken bij de gelezen verhalen. Dat kunnen verschillende soorten vragen zijn, zoals inlevings-, interpretatie-, kennis- en beoordelingsvragen en vragen naar narratief begrip.

icon-tip
In de docentenhandleiding Begeleid Diep Lezen op de website van Stichting Lezen worden de principes van de gespreksmethode Begeleid Diep Lezen uiteengezet. Deze door Mira Beukering ontwikkelde aanpak bevat ook voorbeeldvideo’s waarin wordt voorgedaan hoe leerlingen een literaire leeshouding ontwikkelen.
Lerares laat leerling boek zien in de schoolbibliotheek.

Mondeling schoolexamen literatuur

Veel scholen kennen de traditie van ‘het mondeling’: een mondeling schoolexamen over de gelezen werken op de literatuurlijst. Deze vorm is geen verplichting: scholen mogen zelf bepalen hoe ze het domein literatuur willen afsluiten. Bij het mondeling schoolexamen is het van belang goed na te gaan wat je wil meten: toets je zuiver de kennis over literaire teksten of focus je op hoe de leerling inzicht geeft in diens literaire ontwikkeling? Of spelen andere vaardigheden ook een rol, bijvoorbeeld de schriftelijke voorbereiding van de leerling of de mondelinge taalvaardigheid? Zorg dat leerlingen van tevoren heldere criteria kunnen inzien.

Daarnaast kun je ook andere kennis en vaardigheden bevragen: leerlingen analyseren bijvoorbeeld een gedicht of krijgen specifieke vragen over periodes uit de literatuurgeschiedenis die ze moesten bestuderen. Het mondelinge examen functioneert doorgaans als afsluitende toets waaraan een cijfer wordt verbonden.

Schriftelijke kennistoetsen

Vooral in de examenjaren kun je kennis van literaire begrippen en literatuurgeschiedenis ook toetsen met behulp van schriftelijke kennistoetsen. Die kennis is belangrijk, omdat je anders nauwelijks betekenisvol kunt communiceren over literatuur. Maar kennis van literaire begrippen is wel dienstbaar aan de interpretatie van de tekst en geen doel op zich. Het geleerde moet uiteindelijk bijdragen aan de literaire ontwikkeling van de leerling. Een te sterke focus op de analyse van literatuur kan de leesmotivatie in de weg staan.

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte en ontvang de nieuwsbrief van lezeninhetvo.nl